Zinnen maken – regelmatige werkwoorden op -er

Tegenwoordige tijd

Uitleg

De ‘hij’-vorm geldt ook voor ‘zij’ en ‘het’, dus ‘zij eet’ is ook ‘come’.
In Latijns Amerika wordt voor ‘jullie’ de ‘zij’-vorm gebruikt, dus ‘jullie eten’ is daar ‘comen’.

Voorbeeldzinnen

Wij eten en wij drinken.
Comemos y bebemos.
Ik leer Spaans.
Aprendo español.

Verleden tijd

In het Spaans zijn er twee verschillende verleden tijden: de imperfecto en de pretérito indefinido. De betekenis van deze vormen verschilt weinig van elkaar en in veel gevallen zijn beide vormen correct. Globaal kun je zeggen dat de imperfecto eerder zal worden gebruikt als iets ‘ergens’ in het verleden afspeelde en dat de pretérito indefinido eerder zal worden gebruikt als iets gebeurde op een duidelijk aangeduid moment.

Imperfecto

Uitleg

De ‘ik’-vorm en de ‘hij’-vorm zijn bij de imperfecto hetzelfde.

Voorbeeldzinnen

Wij aten en wij dronken.
Comíamos y bebíamos.
Ik leerde Spaans.
Aprendía español.

Pretérito indefinido

Voorbeeldzinnen

Wij aten en wij dronken.
Comimos y bebimos.
Ik leerde Spaans.
Aprendí español.

Toekomende tijd

Voorbeeldzinnen

Wij zullen eten en wij zullen drinken.
Comeremos y beberemos.
Ik zal Spaans leren.
Aprenderé español.

Voorwaardelijke wijs

Uitleg

De ‘ik’-vorm en de ‘hij’-vorm zijn bij de voorwaardelijke wijs hetzelfde.

Voorbeeldzinnen

Wij zouden eten en wij zouden drinken.
Comeríamos y beberíamos.
Ik zou Spaans leren.
Aprendería español.

Gerundium en voltooid deelwoord

Uitleg

Het voltooid deelwoord wordt gebruikt met het werkwoord ‘haber’ (hebben).

Voorbeeldzinnen

Ik ben aan het eten.
→ Estoy comiendo.

Geef een reactie