Tegenwoordige tijd
| UitlegDe ‘hij’-vorm geldt ook voor ‘zij’ en ‘het’, dus ‘zij eet’ is ook ‘come’. VoorbeeldzinnenWij eten en wij drinken. | 
Verleden tijd
In het Spaans zijn er twee verschillende verleden tijden: de imperfecto en de pretérito indefinido. De betekenis van deze vormen verschilt weinig van elkaar en in veel gevallen zijn beide vormen correct. Globaal kun je zeggen dat de imperfecto eerder zal worden gebruikt als iets ‘ergens’ in het verleden afspeelde en dat de pretérito indefinido eerder zal worden gebruikt als iets gebeurde op een duidelijk aangeduid moment.
| Imperfecto | |
| UitlegDe ‘ik’-vorm en de ‘hij’-vorm zijn bij de imperfecto hetzelfde. VoorbeeldzinnenWij aten en wij dronken. | |
| Pretérito indefinido | |
| VoorbeeldzinnenWij aten en wij dronken. | |
Toekomende tijd
| VoorbeeldzinnenWij zullen eten en wij zullen drinken. | 
Voorwaardelijke wijs
| UitlegDe ‘ik’-vorm en de ‘hij’-vorm zijn bij de voorwaardelijke wijs hetzelfde. VoorbeeldzinnenWij zouden eten en wij zouden drinken. | 
Gerundium en voltooid deelwoord
| UitlegHet voltooid deelwoord wordt gebruikt met het werkwoord ‘haber’ (hebben). VoorbeeldzinnenIk ben aan het eten. | 
